Zelf Vlaamse pezen maken

From Pijl en Boog
Jump to navigationJump to search

Zelf pezen maken

Enkele beschouwingen in verband met Pezen

  • De kwaliteit van je pees moet steeds perfect zijn. Bij twijfel vervang je de pees onmiddelijk.
  • Hou steeds een ingeschoten reservepees op zak. Neem die mee naar de wedstrijden en hou die op zak tijdens bv. een 3D ronde.
  • Wanneer je een accidentele "Dry fire" met een boog gedaan hebt, vervang de pees.. de impact is veel te hard en binnen in de bundels zullen er waarschijnlijk teveel (micro)-scheurtjes aanwezig zijn.. je merkt dit dat je de pees steeds opnieuw moet opdraaien.. niet twijfelen: direct vervangen.
  • Inspecteer regelmatig de kwaliteit van de pees, zeker aan de nokken... de pezen die ik al heb weten stuk gaan waren steeds aan de nokken of middenin op de plaats waar je de pijl nokt.
  • Bij het in gebruik nemen van een nieuwe boog, inspecteer je pees na elke reeks pijlen...zeker aan de nokken.
  • Bij het inschieten van een nieuwe pees, controleer elke 3-4 pijlen de hoogte van de pees en pas die aan. Schiet niet buiten de range van brace height opgegeven door de fabrikant.
  • 'Wax and relax'.. maak er een gewoonte van om elke keer voor het schieten je pees te inspecteren en in te waxen... vooral aan de oogjes, die krijgen het meest te verduren...
  • Inspecteer elke keer voor je je boog opspant de staat van de oogjes van je pees.... bij beschadiging of twijfel direct vervangen.
    • Opmerking: wanneer je een nieuwe boog hebt controleer dan de afwerking van de tippen zeer goed en kijk na (voelen) of er geen scherpe randjes aan zijn... indien zo laat dan de winkelier het polijsten. Indien het buiten garantie valt, kan je het zelf doen met tandpasta of een mengsel van tandpasta met een super fijn polijstmiddel (Aluminium oxide) in.

Materiaal

Traditionele materialen zijn linnen, hennep, andere plantaardige vezels, pees (sinew), zijde en huid (rawhide). Hoewel deze materialen de laatste 35.000 jaar hun dienst bewezen hebben worden ze vandaag de dag niet meer gebruikt. De synthetische vezels zijn veel sterker, duurzamer en vooral, zijn resistent aan water.

  • Dacron B50: (sterkte per streng = 22.5 kg. , stretch = 2.6%), een polyester (Polyethylene terephthalate (PET)). Omdat het zo sterk is en omwille van de rekbaarheid wordt Dacron veelal gebruikt op houten en oude bogen. Het is gemakkelijk te onderhouden en houdt verschillende jaren.
Structuur van Dacron/PET
Structuur van Dacron/PET
  • Kevlar 7-11 - (sterkte per streng = 31.8 kg. , stretch = 0.8%), ook bekend als Aramide, is een vloeibare polymeer met een hogere densiteit en kleinere diameter dan Dacron, hetgeen resulteert is een grotere snelheid van de pijl. (ongeveer +2 m/s = +6.5 fps sneller). Er zijn een aantal problemen met dit materiaal: 1) door de erg beperkte stretch geeft het een erg hoge belasting op de werparmen van de boog en 2) een Kevlar pees gaat maar een 1000-tal schoten mee voor het breekt omdat het snel slijtage krijgt door het buigen aan de nokken. Zo'n pees breekt snel en meestal zonder (zichtbare) waarschuwing.
Structuur van Kevlar.
Structuur van Kevlar.
  • Fastflight - (sterkte per streng = 45.5 kg. , stretch = 1.0%), geintroduceerd in de 1990's. Dit is een Ultra High Molecular Weight Polyethylene UHMWPE materiaal, ook bekend als Spectra. Het is een erg glad materiaal dus de serving moet er erg strak op aangebracht worden. Er is speciaal serving materiaal beschikbaar om dit probleem op te lossen. Fastflight is duurzamer dan Kevlar en verslijt gradueel, m.a.w. je kan aan de pees zien dat ze vervangen dient te worden. Een pees is eenvoudig te maken en is niet duur, dus bij twijfel: direct vervangen! In 2006 werd de productie en export van Fastflight producten verboden door de US regering omdat Spectra ook gebruikt kan worden in kogelvrije vesten. Brownell heeft ondertussen een alternatief zoals het Dyneema-gebaseerde Fastflight Plus.
  • Fastflight S4 - (sterkte per streng = 73 kg. , stretch = minder dan 1.0%) wordt gemaakt van 50% Fastflight en 50% Vectran waardoor de strengen sterker zijn. Omwille van de hoge sterkte zijn maar de helft van het aantal strengen nodig dan voor een gewone Fastflight pees. Vectran is een vloeibaar kristal polymeer gelijkaardig aan Kevlar. Door het mengen met Fastflight worden de typische slijtage problemen van typische vloeibare kristal polymeren vermeden.
  • Dyneema is een Ultra High Molecular Weight Polyethylene UHMWPE materiaal (polyolefin). Het heeft erg gelijkaardige karakteristieken als Fastflight, maar met een beetje meer stretch. Om deze reden verkiezen veel recurve schutters Dyneema en vinden het meer "vergevingsgezind" dan Fastflight. Dyneema D75 (Brownell) heeft een sterkte per streng van 62.5 kg, Dyneema D75 Thin een sterkte van 50 Kg. Dynaflight97 (BCY) zou 10 fps sneller zijn dan fastflight. FastFlight Plus wordt gemaakt van dyneema.
    Structuur van UHMWPE, met n groter dan 100000
    Structuur van UHMWPE, met n groter dan 100000

Dyneema bestaat nog in drie versies: SK75, SK78 and SK90. SK75 en SK78 zijn erg gelijkaardig qua eigenschappen, het grootste verschil is creep (creep is het langer worden onder constante hoge belasting). SK75 heeft een beetje creep and SK78 een verwaarloosbare creep. De SK90 variant is, zoals DSM zelf aangeeft, 13% sterker en lichter dan vorige versies van Dyneema. Ook de SK90 vertoont zo goed als geen creep.

  • Vectran is een polymeer gekend voor een hoge sterkte en lage creep.
    Structuur van Vectran
    Structuur van Vectran
  • Xcel zou de voordelen van Vectran en Dyneema combineren met een stiller en sneller schot als resultaat. (Dit moet nog onafhankelijk bevestigd worden.)
    • Eigen experimenten om de sterkte van de XCel draad te testen waren een eye-opener...een paar eenvoudige proeven laat zien dat zo'n draad al bij 36 lbs belasting kan breken!! Extreme voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van XCel voor dunne/snelle pezen. 18 dradan is volgens mij het minimum aantal draden voor een boog van >40#.
  • 8125 zou voor recurve en longbow het snelste materiaal zijn met de beste trade-off tussen geluid, snelheid, stabiliteit enz. Per draad is de sterkte minder dan Dynaflight, daarom dat 18 strengen aangeraden wordt. De 8125G is een verbeterde versie omdat de 8125 op zich snel slijtage (vezeltjes op pees) vertoont.
  • BCY-X is het nieuwe paradepaartje van BCY Fibers. BCY-X zou green creep hebben en erg resistent zijn tegen slijtage en wordt aangeraden voor zowel recurve als compound.

Overzichtstabel

Product Fabrikant Sterkte Vezelsoort Flex. Verlies Rek Creep Ft/lb* Type diam. # strands Comments
B50 Brownell 50 lbs polyester 0% ++++ ++++ 4300 PolyEster 0.018 elastic elongation of 10%.
B55 BCY 40 lbs polyester 0% ++++ ++++ 4300 PolyEster 12-16 Gelijkaardig aan Dacron maar betere duurzaamheid
B500 BCY 40 lbs polyester 0% ++++ ++++ 4300 PolyEster 12-16 (recurve)
B75 Brownell 55 lbs allied polyester 0% +++ +++ 4200 Allied polyester
PENN 65 BCY 57 lbs allied polyester 0% +++ +++ 4300 Allied polyester
Fast Flight Brownell 95 lbs Spectra 5% + ++ 8700 UHMWPE
Fast Flight Plus Brownell 75 lbs High Modulus PolyEthelyne (HMPE) + ++ HMPE 0.014 18-20 strands, 14-16 for recurve Elastic elongation: 3.5%
Dyna Flight BCY 120 lbs Dyneema 5% + ++ 8900 UHMWPE
Dyna Flight 10 BCY 115 lbs Dyneema 100% SK 78 6700 UHMWPE 16
Fast Flight 2000 Brownell 135 lbs Spectra 2000 5% + + 6750 UHMWPE
Dyna Flight 97 BCY 110 lbs Dyneema SK 75 5% + + 6700 UHMWPE 0.015 14-16
ASB Angel 110 lbs (?) Dyneema 4% + + - UHMWPE
Angel Majesty BCY 78 lbs 100% Dyneema 6560 UHMWPE 16-18 (recurve)
D75 Brownell 130 lbs Dyneema SK 75 5% + + 7511 UHMWPE
Astro Flight Brownell 106 lbs 100% HMPE UHMWPE 16 recurve no creep, 20% sterker
450Plus BCY 135 lbs Vectran + Dyneema 8% - - 4500 Samengesteld 12
Trophy BCY 82 lbs 452X gemengd met GORE - - 8000 Samengesteld 22 voor Compound
452X BCY 78 lbs 67% SK75 Dyneema, 33% Vectran. - - 8000 Samengesteld 22 voor Compound 452X has an elastic elongation of only 2.5%
652 Spectra BCY 90 lbs - - 8200 18 voor recurve
S4 Brownell 160 lbs Vectran + Spectra 7% - - 4020 Samengesteld
Xcel Brownell (?)<50!!! 1/3 Vectran + 2/3 Dyneema SK 75 - - - - Samengesteld 0.014 22 voor recurve
8125 BCY 95 lbs 92% SK75 Dyneema, 8% SK65 fiber - - - 8200 Samengesteld 0.014 18 Excellent materiaal, perfecte pezen, sterke vezels
8125G BCY >90 lbs; 110-120 lbs 92% SK75 Dyneema, 8% GORE fiber - - - 8200 Samengesteld 0.014 18 Is slijtvaster dan BCY 8125 omwille van Gore
8190 BCY ? lbs; 100% made from DSM's SK90 Dyneema. - - - 9500 Samengesteld 0.0105 21 (recurve) Kleinere diameter geeft hogere snelheid, slijtvaster omwille van Gore

Dunner dan XCEL en veel sterker!

BCY-X BCY ? lbs; 83% SK90 Dyneema - 17% Vectran - - - 9500 Samengesteld ? 21 (recurve),24 compound Zou nog beter zijn dan 8190!

En nog een bestand, ontvangen van BCY, met gegevens van hun pezenmateriaal. File:BCY bowstrings breaking strength.pdf

Vlaamse pees

Het maken van een Vlaamse pees.

De Vlaamse pees is een fantastisch ontwerp...er komen geen knopen aan te pas om ze te maken... de hele pees, waar toch enorme spanningen op komen te staan wordt bijeengehouden door samengewonden draden.

De lengte bepalen.

Meet de lengte (L) in inch op de rug van de boog van peesgroeve tot peesgroeve en trek er 4" af voor een recurve (L-4) en 3" er af (L-3) voor een longbow. Dit (L-3 of L-4) wordt de lengte van de pees.

Wanneer je een pees voorhanden hebt van de juiste lengte, meet dan de lengte van de top van de bovenste tot de top van de onderste lus. Trek daar 1" voor af en zet die afstand in als lengte op de pezenbank.

Het aantal strengen bepalen die nodig zijn voor je pees

Het aantal strengen per pees is afhankelijk van de sterkte van het materiaal en de kracht van je boog. Als vuistregel zou je kunnen stellen dat je pees 10x-12x de kracht van je boog moet aankunnen. Bv. voor Dacron D50 (50 pond per streng) en een 40#-50# boog worden 12 strengen aangeraden. Voor 50#-70: 14 strengen, voor 70#-80#: 18 strengen.

Het aantal bundels in je pees

Een Vlaamse pees kan je maken met 2, 3 of meer bundels. Verdeel dus het aantal strengen gelijk over het aantal bundels. 3 bundels geeft een mooie ronde pees en is aan te raden omdat die sneller en stiller is. Voor je eerste pees neem je best 2 bundels omdat het dan gemakkelijker is om de stappen te volgen. Indien mogelijk is 3 bundels zeker aan te bevelen omdat op die manier de bundels beter in elkaar passen (zie tekening hieronder) 7 bundels is nog beter maar moeilijker te maken.. In de middeleeuwen werd een 2-bundelpees (terecht) als minderwaardig beschouwd.

1,2,3,7 en 19 bundels. Op de tekening is het totaal oppervlak van de cirkels gelijk voor elk van de situaties.
1,2,3,7 en 19 bundels. Op de tekening is het totaal oppervlak van de cirkels gelijk voor elk van de situaties.

Let wel, dit is enkel van belang in de lussen en splice...voor het middendeel van de pees, als ze goed gemaakt is, komen alle strengen terug perfect parallel te liggen..dus daar geldt: hoe meer draden per gelijke diameter, hoe beter.

Manueel

  • Opmerking: de getallen hieronder zijn voor recurve.. pas de lengte aan voor longbow analoog zoals in de stringjig.
  • Neem de gewenste lengte van je pees.
  • Tel daar dan nog eens 18.64" (47.34 cm) bij op. Dit is de lengte van je langste streng. Deze waarden zijn bekomen door de lengte van de strengen op de pezenbank in een grafiek uit te zetten t.o.v. de gewenste lengte van de pees. Dit is een lineair verband met als formule= y=x+18.64 (inch) of y=x+47.34 (cm).
  • Snij het gewenste aantal strengen af op deze lengte, plaats ze in een bundel en zorg dat ze allemaal netjes parallel naast elkaar liggen op dezelfde lengte.
  • Om een mooi taps toelopen van de pees te bekomen trim je deze strengen. Een streng laat je in de volle lengte, de volgende trim je aan beide zijden door aan beide zijden 1 cm af te knippen. De volgende streng knip je 2 cm aan elke kan er af, enz. tot de laatste streng.
    • Je kan ook gewoon elke streng apart vast nemen en de volgende 1 cm onder de eerste plaatsen en zo een bundel vormen. Op deze manier krijg je vanzelf dit taps toelopend effect. Echter, je pees wordt dan iets langer. Om dit te compenseren moet je van al je strengen evenveel cm afsnijden als dat je strengen hebt min 1.
  • Zorg dat ze mooi parallel blijven en niet verschuiven.
  • De rest van de proceduce is zoals onder beschreven, maar dan zonder pezenbank.

Pezenbank (String jig)

Een pezenbank is een plankje dat het afmeten en taps doen toelopen van een pees vereenvoudigt. Je kan ook perfect een vlaamse pees maken zonder string jig. Zo'n plankje helpt. Je kan er de lengte van de pees mee varieren door punt D op de pezenbank te verplaatsen en zo de lengte van de windingen langer te maken.File:Pezenbank NL 20100703 print.pdf

Schema voor een handige pezenbank.
  • Instructies:

Stel de plug in op de gewenste lengte van de pees. De bovenste positie is voor een 69" pees voor een recurve boog of 70" voor een longbow. Per positie naar onder wordt de pees 1" korter.

Een Vlaamse pees maken: Stap voor stap

  1. Plaats de spoel met draad op een pin die je in een bankvijs plaatst. Dit maakt het werken gemakkelijk.
    Plaats de spoel met draad op een pin die je in een bankvijs plaatst. Dit maakt het werken gemakkelijk.
  2. Stel de string jig in op de juiste lengte.
  3. Knoop de draad vast aan punt A op de string jig.
    Knoop de draad vast aan punt A. Cassandra haar fijne vingers komen hier heel goed van pas.
  4. Ga met de draad van punt A --> B --> C --> D --> E
    Ga met de draad van punt A --> B --> C --> D --> E
  5. De tweede winding start je in punt A': het tweede nageltje op de pezenbank onder punt A.
  6. Herhaal dit tot je het gewenst aantal draden hebt.
    Bepaal en tel zorgvuldig het aantal draden in je bundel.
  7. De laatste draad breng je terug naar punt A (bovenaan) en span je strak over punt B.
    1. Zorg dat de verschillende windingen mooi naast elkaar liggen en elkaar niet overlappen.. dat maakt het nadien gemakkelijker om de strengen parallel te houden.
  8. Hou de bundels op hun plaats en snij met een scherp mes of schaar de draden in het midden tussen de nageltjes door.
    Snij met een scherp mes de draden door.
  9. Zet aan beide uiteinden 10" goed in de was. Zorg ervoor dat de strengen mooi parallel gestrekt liggen voor je tweede kant in de was zet. Zowel commerieel beschikbare was als natuurlijke bijenwas zijn erg geschikt.
  10. Herhaal stap 1-9 voor de andere bundel(s)
  11. Plaats een wasknijper op elke bundel net boven het deel dat je in de was gezet hebt.
    1. Je zou kunnen overwegen, vooral dan voor pezen met een klein aantal draden, om de pees aan de nokken iets dikker te maken (=padding). Hiervoor kan je in de lussen extra draden inwerken. Je kan hier B50 voor gebruiken of hetzelfde materiaal als je voor je pees gebruikt. Leg de extra draden samen met de bundels en zorg dat ze 1) aan de kant van de tapering korter zijn dan je andere draden en 2) dat je aan de kant van je pees ook een tapering inbouwt rond de 11" (longbow) of 12" (recurve).
  12. Meet 8" af op de bundels. 9" voor een recurve. Dit wordt de eerste lus van de pees. Maak deze ruim genoeg zodat je deze over de boog kan schuiven.
    1. Longbow:
      1. Bovenste lus: meet 8” van einde, draai 2½” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
      2. Onderste lus: meet 7½” van einde, draai 2” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
    2. Recurve:
      1. Bovenste lus: meet 9” van einde, draai 3½” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
      2. Onderste lus: meet 8” van einde, draai 2½” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
  13. Neem de bundels in je linker hand tussen duim en wijsvinger met het langste stuk naar links, en het uiteinde (het deel dat je gaat opdraaien) naar rechts.
    Neem de bundels in je linker hand tussen duim en wijsvinger en draai een stukje (1-1.5 cm) op.
  14. Draai een stukje (1.5 cm) van de eerste bundel op. Draai weg van jou (draai met duim en wijsvinger van je rechterhand de kabel op) totdat je voelt dat de bundel strak opgedraaid is. Het is belangrijk dat je dit vrij strak doet. Wanneer je dit stuk vrij strak doet, past de pees gemakkelijk in de nokgroeve van je boog. Draai niet een te lang stuk van een van de bundels op: 1 cm tot 1.5 cm is perfect en hou de spanning in de bundel.
  15. Plooi dan de opgedraaide bundel strak over de andere bundel naar je toe en klem deze tussen duim en wijsvingers van je linker hand. Zorg er voor dat de bundel tijdens het wisselen niet los draait. Hou de spanning in de bundel terwijl je die over de pees naar je toe brengt. Met wat oefening slaag je er in om met je ringvinger en middenvingen van je rechterhand de andere bundel(s) strak te houden wanneer je met je duim en wijsvinger van je rechterhand de opgedraaide bundel naar je toe haalt.
  16. Herhaal stap 13 en 14 voor de andere bundel(s) en blijf dit doen todat je (2-2.5" longbow / 3.5" recurve; zie boven) inch gemaakt hebt. Zorg dat dit over je boog past zodat je die een 6-10 tal inch over je boog kan schuiven zodat je de pees gemakkelijk op de boog kan aanbrengen.
  17. Plooi dit stuk dubbel en breng de bundels van dezelfde kleur bij elkaar. Zorg dat de spanning op de bungel behouden blijft, dit zorgt ervoor dat het gevlochten deel vast blijft zitten.
  18. Zorg dat de strengen mooi parallel naast elkaar liggen en bevestig met een wasknijper alle strengen samen voor je de lus sluit en aan de splice begint. Dit is nodig voor later. (zie verder). Je hebt nu voor een pees met 2 bundels in totaal 3 wasknijpers aan een uiteinde.
  19. Voer nu hetzelfde proces van stap 12-14 tot je 4.5 inch gemaakt hebt om de eerste splice te vormen. Draai de strengen vrij strak op, het is de kracht in deze winding die de pees mee bijeen houdt. Controleer dat de lus mooi taps versmalt naar binnen toe.
    Werkt het deel onder de lus (zo'n 4.5 inch) af.
  20. Plaats een wasknijper op het einde van het opgewonden deel (eerste splice) zodat dit niet kan afrollen.
    Plaats een wasknijper op het einde van het opgewonden deel zodat dit niet kan afrollen.
  21. Zorg dat beide bundels evenwijdig liggen naast elkaar, even lang zijn en niet verward zitten. Wanneer een van de bundels nog getorst is, zullen de strengen niet mooi in elkaar passen wanneer je de pees opdraait.. Door het mooi parallel leggen van de strengen in de bundels krijg je tijdens het opdraaien een mooi ronde pees.
    1. Omdat tijdens het vormen van een lus de bundels getwist worden en omdat voor de tweede lus het uiteinde vast is, zullen tijdens dit proces de bungels getorst geraken. Dit is nadelig omdat je dan voor de pees (middenstuk) kabels rond elkaar moet draaien ipv dunne vezels. Een oplossing hiervoor is om tijdens het maken van de bovenste lus de onderkant samengeklemd te houden. De kabels onder de lus zullen dan opgedraaid zijn. De reden dat we de onderkant (andere kant dan waar we de lus aan het vormen zijn) vast hebben gemaakt met bv een wasspeld is dat we nu zorgvuldig kunnen tellen hoeveel keer we de bundels moeten draaien om alle torsie er uit te halen. Wanneer alle torie uit een bundel uit is, ga dan verder in dezelfde richting en draai hetzelfde aantal windingen verder op zodat de bundel terug opgedraaid wordt. Meestal zal dit rond de 30-35 windingen liggen. Voor dunnere pezen kan dit gemakkelijk oplopen tot 60 volledige windingen. Wanneer we dan de tweede lus gaan vormen zal tijdens het twisten van de bundels deze torsie langzaam terug gecompenseerd worden zodat wanneer de lus af is alle vezels mooi parallel liggen. Dit is een erg belangrijke stap om een mooi ronde pees te bekomen. Hou dus tijdens het maken van de tweede lus de torsie in de bundels goed in het oog en stop wanneer alle torsie uit de bundels uit is.
    2. Vooral wanneer je met 3 kleuren werkt, is het wenselijk en vaak ook erg mooi dat de 3 kleuren bij het opdraaien van de pees (zie verder) ook mooi naast elkaar in de pees zullen liggen. Echter, omdat voor een optimaal resultaat de strengen in de bundels parallel moeten liggen in dus niet getorst mogen zijn, zullen de strengen met elkaar mengen wanneer de pees opgedraaid wordt waardoor je niet een perfect resultaat bekomt. De splice boven en onder aan de pees zorgt wel voor een aanzet, maar dat is niet voldoende. Om dit te verhelpen kan je de bundels apart over de hele lengte in de was zetten voor je de pees opdraait.. op die manier beginnen de bundels bij elkaar en is de kan groter dat ze ook in de uiteindelijke pees mooi naast elkaar zullen liggen.
  22. Maak nu de tweede lus door stap 11-18 te herhalen. Deze lus (onderkant van de boog) mag kleiner zijn: Longbow: 7.5" afmeten, 2" opdraaien, plooien, 4.5" afwerken. Recurve: 8" afmeten, 2.5" opdraaien, plooien, 4.5" afwerken.
  23. Alhoewel ideaal het aantal windingen in de tweede splice exact even veel is als in in de eerste, is dit in de praktijk niet altijd even gemakkelijk. Na het "afdraaien" en "verder draaien" van de bundels kan je best tegen het einde van de splice goed in 't oog houden wanneer je strengen terug mooi afgewonden zijn en terug parallel liggen. Hoe beter je dit lukt, hoe mooier rond je pees zal zijn.
  24. Het loont zeker de moeite om na het maken van het eerste oog en plice om:
    1. Het aantal windingen te tellen die nodig zijn om de strengen in de bundels parallel te krijgen.
    2. Per bundel, de strengen van elkaar los te maken, netjes parallel te leggen en terug in de was te zetten. Als je met verschillende kleuren werkt kan je hier heel de bundel in de was zetten.
    3. Het aantal extra windingen aanbrengen in elke bundel
    4. Tweede oog/splice maken... en stoppen met het verlengen van de splice wanneer je ziet dat de bundels parallel zijn.
  25. Zorg dat de strengen niet verward zitten en mooi even lang en evenwijdig aan elkaar zijn voor je deze op de boog aanbrengt.
    Door rechtstaand te werken is het gemakkelijk om te zorgen dat de strengen niet verward geraken.
  26. BELANGRIJK: controleer dubbel dat je zeker bent dat je de splice in de juiste richting hebt opgedraaid. De reden is namelijk dat wanneer je het maken van de splice in de verdeerde richting doet dat deze op het moment dat je die op je boog opspant zich volledig los trekt. Je houdt dan enkel de lussen nog over en die zijn onvoldoende om de pees veilig op de boog te houden. Dit is uiteraard gevaarlijk voor je boog. Controleer dit dus vooraf zowel visueel als door de pees tussen je duimen op te spannen.
  27. Schuif de grootste lus over de bovenkant van de boog op de lat.
  28. Draai de onderkant van de pees TEGENWIJZERSZIN op totdat je de pees voldoende hebt ingekort en voldoende windingen per inch hebt bekomen. Hou de pees goed strak wanneer je dit doet.. dit zorgt voor een gelijkmatige winding.
    1. Let hier goed op: wanneer de pees zich afwind wanneer je de pees op de boog zet, wil dit zeggen dat je de splice in de verkeerde richting opgedraaid hebt (alterneren bundel van de wegdraaien en nadien bundel over de pees naar je toe brengen).
    2. Je kan dus best, nadat je een aantal windingen in de pees hebt aangebracht, zelf wat kracht op de pees zetten om te zien hoe die zich gedraagd. Wanneer de splices zichzelf strakker trekken, heb je het goed gedaan.
  29. Span de pees op je boog en breng was aan. Wrijf de was uit met een stukje leder of stevig papier zodat deze smelt en tussen de vezels komt.
    1. Neem een stukje B50 draad, maak één winding rond de pees, bovenaan je boog, en trek het touwtje strak over de pees naar beneden. De overtollige was zal er nu afgehaald worden en je houdt een mooie ronde pees over als resultaat.
  30. Rek de pees uit door op de nokken van je boog te drukken (voorzichtig). Pas de standhoogte telkens opnieuw aan door de pees verder op te draaien indien nodig.
  31. Wanneer je de pees opdraait en je merkt dat de pees eigenlijk op zichzelf begint op de draaien omdat er teveel torsie op zit, dan moet je de pees zelf korter maken. Een te sterk opgedraaide pees is een risico om te breken omdat de krachten die door de torsie en de spanning ontstaan extreem hoog zijn.
  32. Volgens een aantal bronnen (The Archer's Craft, Adrian Eliot Hodgkin, 1951) is het ideaal voor een pees om een Vlaamse pees op te draaien tot je 1 omwinding hebt per inch. Brownell raadt aan om 1 winding in de pees aan te brengen voor elke 2-3" pees. Je kan dit op je pees afmeten. Indien je er over gaat weet je dat je eigenlijk al te ver aan het opdraaien bent.
  33. De opgegeven lengtes zijn indicatief en er is een marge: iemand die de bundels harder opdraait tijdens het maken zal een kortere pees bekomen. Door de splice iets langer te maken aan beide kanten (bv 5" ipv 4.5"), maak je je pees korter. De splice korter maken van 4.5" raadt ik zeker af.
  34. Wanneer je een Vlaamse pees maakt met 3 bundels is het resultaat mooier rond en maakt de pees een beter geluid. De procedure is gelijk, wind de bundel op weg van jou en draai de bundel over de pees naar je toe. Herhaal dit voor elke bundel.
    Door voor de 3 bundels ook 3 verschillende kleuren te nemen geeft dit niet alleen een mooi resultaat maar is het ook gemakkelijker om te werken. Op deze foto zijn de 3 bundels samengesteld uit: 5x Geel, 3x Zwart+2x Geel en 5x Zwart.

De serving aanbrengen

Breng de serving pas aan op de pees nadat de pees zich gezet heeft en niet meer uitrekt. Je kan eventueel een tijdelijke korte serving aanbrengen op het nokpunt en de pees een tijdje rekken/inschieten. Breng pas nadien de definitieve serving aan. Anders gaat het nokpunt verschuiven en de serving los komen. Als algemene regel geldt dat de serving 3" boven het nokpunt en 5" onder het nokpunt moet aangebracht worden. Beter is het dat je de meetlat (die waar je de brace height en het nokpunt mee bepaald)op je pees zet. Dan markeer je het het punt op de pees net boven de meetlat (bv met een stift of touwtje en meet je de afstand tot aan de nok. Dan meet je dezelfde afstand van de andere nok richting meetlat en die markeer je ook. De serving breng je dan aan tussen beide punten. Op die manier is de serving mooi in het midden. Dit zou ongeveer zo'n 7-8" moeten zijn.

  • Belangrijk om een goede serving te leggen is dat je de draairichtng juist kiest. Ik neem meestal de boog op m'n knieën met de bovenkant aan de linker kant... Ik begin dan aan de bovenkant van de serving en draai de klos onder de pees van me weg en boven de pees naar me toe. Op die manier volgt dit de beweging van mijn hand wanneer ik de pees aantrek/los. Een even goede manier is om onderaan de serving te beginnen maar dan omgekeerd te werken: boven de pees van je weg en onder de pees naar je toe. Dat geeft hetzelfde resultaat.
  • De spanning die je op de serving zet is erg belangrijk voor een goed groepement van je pijlen. Zowel te slap (serving komt los) als te strak (bijna een hard stuk) is niet goed. Ideaal is het dat bij het aanbrengen van de serving de klos niet terugspringt bij het opwinden.. dat wil zeggen dat die te strak staat. Experimenteer een beetje tot je met je vingers aanvoelt dat de spanning juist is.
  1. Breng 1" servingdraad plat op de pees (knoopje) aan en begin de servingdraad over dit stuk te leggen, ongeveer op 6-7" onder het nokpunt. Of begin op een van de punten hierboven beschreven.
  2. Breng ongeveer een halve inch servingdraad aan en snij dan het resterende stuk (dat op de pees ligt en waarover je de serving aan het leggen bent) af.
  3. Maak de serving over een afstand van 7" - 9". Hoe minder hoe beter omdat een langere serving een groter gewicht is op je pees. De serving moet voldoende zijn om je pees te beschermen.
    1. Ideaal zet je je peeshaak (meetstuk) op de pees en markeer je 0.5 cm boven peeshaak (bv stukje draad). Je meet de afstand van dat punt tot aan de nok van je boog, diezelfde afstand meet je af op de onderkant van je pees. (vanaf onderste nokpunt). Op die manier zit je server mooi in het midden van je pees en past je peeshaak steeds mooi op de serving. Dat is nodig om het nokpunt steeks goed te kunnen bepalen.
  4. Hou op het einde nog een stuk van minimaal 12" serverdraad over en snij het af. De handigen onder ons trekken ongeveer 12" serving draad van de spoel zonder het af te snijden.
  5. Start de reverse-serving.
    1. Breng het midden van de servingdraad op de andere kant van de pees aan (Figuur A) en breng een 20-tal windingen aan in de omgekeerde richting dan waarin je de rest van de serving aangebracht hebt. (Figuur B)
    2. Leg het uiteinde van de serving draad over de pees en op de aangebrachte serving. (Figuur C)
    3. Begin nu de lus af te winden waarbij je aan de andere kant de serving verlengt, over het stukje uiteinde. (Figuur D)
    4. Wanneer je alle windingen los gemaakt hebt, heb je nog een lus in je handen. Hou die strak en trek die klein en onder de serving door aan het uiteinde van de servingdraad te trekken. (Figuur E)
    5. Snij het uitstekende stuk servingdraad af.
  6. Zorg dat de serving niet extreem strak gewonden is daar dit een oorzaak kan zijn van het breken van de pees.
  7. Let goed op tijdens het aanbrengen van de serving dat de windingen netjes naast elkaar liggen.

Youtube links

Tijdens de cursus van de Vlaamse Trainer School (VTS) werd een demonstratie Vlaamse Pezen maken gefilmd en op Youtube geplaatst. Hieronder alle stappen:

  • Deel 1:
      • Deel 2:
          • Deel 3:
            • Deel 4:

                • Enkele voorbeelden

                  Omwille van een aantal parameters zoals brace height, graad van recurve, enz. het bepalen van de lengte van de pees nogal kan varieren zijn hieronder een aantal voorbeelden.

                  • Hoyt Dorado
                    • Lengte boog gemeten via rugzijde: 59"
                    • DynaFlight 97
                      • Lengte op pezenbank: 56" recurve
                      • 3x5 draden Dynaflight97.
                      • 5" splice
                    • 8125
                      • Lengte op pezenbank: 56" recurve
                      • 3x6 draden BCY 8125
                      • 4.5" splice
                    • 8910
                      • Lengte op pezenbank: 56" recurve voor 7" brace height, 55" voor 8" brace height.
                      • 3x7 draden BCY 8910
                      • 4.5" splice
                  • Hoyt Buffalo
                    • Lengte op pezenbank: 58" Recurve, 5" splice.
                    • Volgens video aanbevolen brace height 8.125" ("eight and one eighth").
                    • 3x5 draden Dynaflight97.
                      • Dit geeft als resultaat wanneer de pees net gemaakt is een lengte van 57", na opspannen en oprekken wordt dat 58". Dan inwaxen, opwrijven en inschieten wordt dat 59.25", wat ideaal is voor de Buffalo.
                      • Brace heigt is voor het opspannen 9", na aandrukken wordt dat 8.5". Na waxen en inschieten wordt dat exact 8.125".
                      • De windingen zijn 2.25 inch van elkaar. Close to perfection.
                      • Voor 8125 draad: 3x6, 59" Recurve op pezenbank.
                  • Bickerstaffe longbow:
                    • Lengte boog: 71" (6.5" brace height)
                    • Lengte op pezenbank: 70" Longbow
                  • Bearpaw Quickstick: 60" opgegeven lengte
                    • Lengte op pezenbank: 56" recurve
                    • 3x5 draden Dynaflight97.
                    • 3x6 draden BCY-X
                  • Bearpaw Little stick
                    • AMo: 58", 25#
                    • Lengte boog, langs rug gemeten van string groeve tot string groeve: 58.39"
                    • Lengte van de pees: 54.72"
                    • Op pezenplank: 54" longbow, 5" splice
                    • 3x4 B55
                  • Bearpaw Raven: 64"
                    • Lengte op pezenbank: 61" Longbow
                    • 3x5 dragen Dynaflight97
                    • eerste oog: 8.5", 3" opdraaien, 4.5" splice, tweede oog 8", 2.5" opdraaien, splice tot strengen in bundels parallel lopen.
                  • Bearpaw Mingo:
                    • Lengte op pezenbank: 45" Recurve
                  • Bearpaw Bearstick, 50#
                    • Opgegeven lengte van boog: 66"
                    • Gemeten lengte van peesgroeve tot peesgroeve over de achterkant van de boog: 66.5" (L=66.5")
                    • De peeslengte zou dus 66.5"-3"=63.5" moeten zijn. We hebben geopteerd voor een pees van 64", volgens de "longbow" instellingen.(eerste markering in punt "D"=70").
                    • Door de spanning bij het opdraaien van de lussen aan te passen en wat harder te maken, wordt de pees iets korter.
                    • 3x5 strengen Fast Flight Plus.
                  • Bearpaw Kodiak Hunter
                    • AMO: 60", 30#
                    • lengte boog (peesgroeve tot peesgroeve): 60.875"
                    • lengte pees: 58.06"
                    • Lengte op pezenbank: 56" Recurve (57" was net iets te lang voor een brace height van 8".. normaal moet brace height daar 7"-7.5" zijn.
                    • 3x 5 strengen Dynaflight97 of 3x 6 strengen 8125
                    • 5" splice
                  • Hoyt 'Rogue'
                    • 62" longbow op pezenbank.
                    • 61" geeft 1 winding per 3". (61.5 zou perfect zijn).
                    • 3x 5 bundels (Dynaflight97 of XCEL)
                  • Bearpaw Redman 64"
                    • AMO: 64", 45#
                    • let op, deze boog is 2" langer dan de standaard Redman van Bearpaw.
                    • lengte pees gemeten: 61".
                    • Lengte op pezenbank 60", 5" splice
                      • 3x 5 Dynaflight97
                  • Bear Kodiak Cub
                    • 44" op pezenbank.
                    • 3x2 B55
                    • 3x2 14" padding in lussen (misschien iets te lang, 12" zou beter zijn)
                  • Bearpaw Kiowa
                    • AMO: 52", 25#
                    • Lengte boog, langs rug gemeten van string groeve tot string groeve: 52"
                    • Lengte van de pees: 49.50"
                    • Op pezenplank: 47" Recurve, 5" splice
                    • 3x 6 BCY 8125 of 3x 6 XCel
                  • 70" Recurve bow
                    • AMO: 70", 28#
                    • boog (groeve tot groeve): 67.91"
                    • pees: 63.39"
                    • op pezenplank: 63" recurve
                    • 3x6 8125
                  • Samick Leopard
                    • AMO: 60", 30#
                    • boog: (groeve tot groeve): 60.23"
                    • pees: 56.49"
                    • pezenplank: 55" Recurve, 5" splice
                    • 3x 6 XCel
                  • Samick Lightning
                    • AMO: 60", 40#
                    • boog: (groeve tot groeve): 59.84"
                    • pees: 54.92"
                    • pezenplank: 55" Recurve, 5" splice
                    • 3x 6 XCel
                  • Raven Safari
                    • Boog: (groeve tot groeve): 59.5"
                    • AMO: 60"
                    • Pezenbank: 54" recurve
                    • 3x5 B55
                  • 'Paul vV'
                    • Pezenbank: 61"
                    • 3x7 8190
                    • 4.5" splice

                  Eindeloze lus

                  Hieronder een bestand met erg veel informatie over verschillende manieren om pezen te maken, voornamelijk van het type "eindeloze lus". Media:EwPR pezen maken.pdf Het is een eindwerk van een B-trainer.... er staan een aantal erg nuttige tabellen in, sommige van zijn conclusies zijn niet helemaal correct. Toch is het een werk waar erg nuttige zaken in vermeld staan. Filter dus het goede er uit.