Tunen van je boog en pijlen: Difference between revisions

From Pijl en Boog
Jump to navigationJump to search
Line 95: Line 95:
* Iemand met een goede lostechniek zal zeker een lagere FOC kunnen nemen en dus een snellere pijl bekomen, een zwaardere pijl vliegt dan weer stabieler..
* Iemand met een goede lostechniek zal zeker een lagere FOC kunnen nemen en dus een snellere pijl bekomen, een zwaardere pijl vliegt dan weer stabieler..
* De FOC van een pijl geeft aan hoe groot de hefboom is die je veren kunnen gebruiken om je pijl recht te trekken en recht te houden. Hoe groter de FOC, hoe verder het kantelpunt/zwaartepunt naar voor op de pijl ligt en hoe groter het deel dat achter het zwaartepunt ligt. Hoe groter dit deel is, hoe groter de hefboom is.  
* De FOC van een pijl geeft aan hoe groot de hefboom is die je veren kunnen gebruiken om je pijl recht te trekken en recht te houden. Hoe groter de FOC, hoe verder het kantelpunt/zwaartepunt naar voor op de pijl ligt en hoe groter het deel dat achter het zwaartepunt ligt. Hoe groter dit deel is, hoe groter de hefboom is.  
** Dit is erg belangrijk wanneer je met de hand lost en wanneer je een fixed blade jachtpunt op je pijl hebt voor de jacht. De punt zal wind vangen en de veren moeten voldoende kunnen tegensturen. Hoe hoger de FOC, hoe hoger de hefboom en hoe beter de veren kunnen tegensturen. Het oppervlakte van de veren dient ten allen tijde groter te zijn dan het oppervlakte van de punt. Hoe groter het oppervlakte van de veren, hoe beter ze de pijl kunnen rechttrekken.
** Dit is erg belangrijk wanneer je met de hand lost en wanneer je een fixed blade jachtpunt op je pijl hebt voor de jacht. De punt zal wind vangen en de veren moeten voldoende kunnen tegensturen. Hoe hoger de FOC, hoe hoger de hefboom en hoe beter de veren kunnen tegensturen.
** voor jachtpunten is 5" veren helical gezet nodig.


=== Het gewicht van je pijl ===
=== Het gewicht van je pijl ===

Revision as of 18:58, 26 October 2019

Tunen van je pijl/boog combinatie

Wat kan je allemaal afstellen aan een traditionele boog dat een invloed heeft op je schot en de vlucht van de pijl?

Peeshoogte

  • Blijf steeds binnen de range van de opgegeven peeshoogte. Meestal ligt die tussen de 6" en 8".
  • Een lage peeshoogte: de peeshoogte gaat richting de laagste waarde van het opgegeven bereik.
    • +: Hogere snelheid. Omdat de pees de pijl langer kan begeleiden kan je boog de pijl een grotere snelheid geven. Ook is de opgeslagen energie in de boog (het oppervlak onder de Opstellen van een F-D curve van een boog) groter bij lagere peesstanden.
    • -: Luidruchtiger, grotere handshock, nerveuzer en gevoeliger voor fouten.
  • Een hoge peeshoogte: de peeshoogte gaat richting de hoogste waarde van het opgegeven bereik.
    • +: mooier geluid
    • -: lagere snelheid
    • Een hogere peeshoogte is "vriendelijker" voor de veren.
  • Wat is de ideale peeshoogte?
    • Een lagere peeshoogte geeft een vlakkere baan van de pijl omdat hij sneller is
    • Een hogere peeshoogte is meer vergevingsgezind en accurater.
  • Wees erg naukeuring bij het afstellen en aflezen van je peeshoogte...
    • De pees zelf heeft ook een dikte.. hou daar rekening mee en lees ofwel de peeshoogte af aan de binnenkant (dit is tussen de boog en de pees) of aan de buitenkant van de pees
    • Zorg telkens voor je begint dat de peeshoogte (en nokpunt) juist staan
    • Op de foto hieronder lees je de peeshoogte af als 7" en 7/8-ste van een inch aan de binnenkant van de pees...

Nokpunt

De positie van het nokpunt is erg belangrijk om een mooie vlucht van je pijl te bekomen. Door het naar boven/onder te varieren kan je bepalen door middel van paper tuning of door visuele inspectie in de vlucht of het nokpunt juist staat..

  • Wanneer het nokpunt niet juist staat zal de pijl in de vlucht in het begin zich gaan gedragen als een dolfijn en op en neer bewegen. Wanneer het nokpunt juist staat vertrekt de pijl erg strak en vliegt recht..
  • Dit vereist wel dat je los en druk van je vingers op de pees juist is. Bij een onevenwichtige verdeling (bv je ringvinger trekt niet mee aan) kan de pijl ook een onstabiele vlucht vertonen. Let er dus steeds goed op dat je de pees op de juiste manier vast neemt en dat je los goed is..
  • Als beginnende schutter kan je best een reeks van 12 pijlen evalueren.. als er een paar tussen zitten die strak vliegen zal je nokpunt waarschijnlijk wel juist staan maar dien je nog aan je los te werken.
  • Stel het nokpunt erg nauwkeuring in en controleer dit elke keer voor je begint te schieten..
  • Het nokpunt mag niet verschuiven want dan zal de pijl hoger/lager terecht komen.
  • Op de foto hieronder is het nokpunt 1/16-de markering van de bovenkant van de schaal.. de onderkant van de schaal is gelijk met horizontaal...
    • Let op, de peeshoogte (brace height) heeft een kleine invloed op de positie van het nokpunt.

Peesdikte / Gewicht

  • Het is belangrijk dat de pijl goed nokt wanneer je die op de pees brengt. Je kan bv. ter hoogte van de serving een extra vezel mee in de pees verweven om de dikte aan te passen.
  • Hoe lichter de pees, hoe sneller die kan vertrekken.
  • Een zwaardere pees is stabieler en minder gevoelig aan fouten.
  • Wanneer je zelf je pezen maakt kan je het gewicht van de pees wat beinvloeden door de keuze van het materiaal en door eventueel een draadje meer of minder in de pees te doen.
  • Je lostechniek is erg belangrijk

Type pezen

  • Vlaamse pees
    • Historisch correct op traditionele bogen
    • Iets meer elastisch in de pees
    • Beperkt af te draaien (om lengte bij te regelen)
    • Deze is voorzien van ofwel twee lussen of is voorzien van 1 lus en wordt door middel van een timmersteek (bowyer's knot) aan de boog vast gemaakt.
  • Eindeloze lus (endless loop)
    • Historisch niet correct
    • Minder rek in de pees
    • De lengte is gemakkelijk verstelbaar door op/af draaien van de pees.
  • Ook de kleur van de pees heeft een invloed op je schietresultaten. Zo zal bv een witte pees in direct zonlicht teveel licht weerkaatsen in de buurt van je oog zodat die pees optisch veel dikker lijkt. Sommige traditionele schutters plaatsen de pees recht voor hun pupil.. vooral bij deze techniek heeft dat een invloed.

Pees controle

  • Het is belangrijk om je pees regelmatig te controleren op fouten, draadjes die los zitten enz.
  • Doe er af en toe een beetje was aan zodat die in optima forma blijft.
    • Hiervoor doe je een beetje was (bowyer's wax) op de pees en wrijf die in met je vingers totdat je voelt dat de was warm wordt en in de pees smelt.
    • Je kan ook een peesdraad die je met een lus rond de pees legt gebruiken om de was in de pees te verwerken, die geeft een mooie ronde pees als resultaat.
  • Controleer of je servings nog goed vast zitten.
  • Zorg er voor dat je steeds een reservepees bij je hebt.
  • Controleer of je nokpunt nog goed vast zit.
  • Wanneer de pijl te los op de pees zit, gebruik wat flosdraad om de pees ter hoogte van de nok wat op te dikken.

Waar plaats je het nokpunt

  • Het nokpunt komt boven de pijl. Een goed startpunt is meestal 1/8" boven. Dit wil zeggen dat we het nokpunt aanbrengen op 1/8" van de bovenkant van de markering op de booghaak. Deze manier van uitmeten is eigenlijk niet helemaal goed. Hier gaan we uit van de bovenkant van de nok, waar het meer aangewezen is om de onderkant van de nok te gebruiken. De hoogte wordt nromaal uitgedrukt als de afstand tussen de horizontale loodlijn gevormd tussen de pees en de plaats waar de pijl op je boog/hand rust en de onderkant van de nok.
  • Hoe minder gewicht op de pees hoe beter. Zo'n klein koperen nokje weegt op zich niet veel maar je kan dat vervangen door twee knoopjes met serving materiaal te maken, een net boven de nok en een net onder de nok. Dit is lichter en het voordeel is dat je door te draaien je de noghoogte kan regelen. Nadien kan je die dan vast zetten met een drupje lijm. Ook naaigaren is erg geschikt om een licht nokpunt te maken.
    • Wat meer invloed heeft dan het gewicht van het koperen nokje is de vorm die dat heeft en dat dit stoort bij het lossen. Het koperen ringetje blijft haken achter je handschoen en dat doet de pees afwijken. Best om die ringetjes niet te gebruiken. Beter is om een nokpuntje te maken, zo klein mogelijk, van B50/B55 Dacron. Een 3-5 tal windingen rond de pees is voldoende.
    • De spanning die de nok van de pijl op de pees heeft dient optimaal te zijn. De pijl dient gemakkelijk van de pees te komen maar moet voldoende klemmen om er zelf niet af te vallen. Je kan die spanning optimaal maken door er een dun laagje tandenflos (Johnson & Johnson Waxed Floss 200m is de beste!!!) aan te brengen.
      Johnson & Johnson Waxed Floss 200m is de beste!!!
  • Door middel van het observeren van de vlucht van de pijl en door Paper tunen kan je de optimale nokhoogte instellen.

Venster diepte

  • Bij bogen die voorzien zijn van een venster kan je de vensterdiepte varieren door een dikker of minder dik stukje bekleding op je boog te plaatsen.
  • Let er op dat wanneer je de dikte aanpast, dit ook je nokpunt verandert omdat de onderkant van het venster meestal mee verdikt wordt.
  • Wanneer je pijl te slap reageert, dien je het venster minder diep te maken door er bv een extra stukje leder tegen te kleven.
  • Wanneer je pijl te stijf reageert kan je, indien nog mogelijk, je pijl dieper in de boog leggen door het venster minder diep te maken.
  • De diepte van het venster speelt een grote rol in het tunen van de boog. Een diep venster is beter omdat je pijl dan stijver mag zijn en de spine minder een rol begint te spelen.

Plaats op het venster waar de pijl op rust

  • Je kan de positie (voor<->achter) op het venster waar de pijl contact maakt ook nog varieren door er een schuin afgesneden steun op te plaatsen (functioneert dan als een soort loper). De pijl zal dan enkel op die plaats contact maken. Ik heb geen info over de invloed hierop maar Ferguson maakt melding dat dit het gedrag van de pijl mee beinvloed. De effectieve dynamische spine waarde zou hiermee mee veranderd worden.

Orientatie van de boog.

  • Je boog schuin houden bij het schieten heeft een aantal voordelen
    • Je krijgt een beter zicht op je doel. Anders zit je boog voor je doel.
    • De pijl blijft beter op de boog liggen.
  • Hoe meer je de boog schuin houdt, hoe meer de pijl naar rechts op het doel terecht komt. Belangrijk is dus dat je je boog steeds even schuin houdt. Een kleine hoek is meestal voldoende.

De greep van de schutter

  • De greep van de schutter verandert eigenlijk vrij veel aan het schot.
  • Hou de boog niet te strak vast. Er wordt vaak de vergelijking gemaakt (info van Erik Janssen) om: ".....een boog vast te houden zoals een vogeltje.. knijp het te hard en het gaat dood, hou het te zacht vast en het gaat vliegen...."
  • Wanneer je de boog hard vast knijpt breng je de handshock bijna rechtstreeks door tot in je nek/rug.. zoals Ferguson het zo mooi zegt:".. to rattle the fillings out of your teeth..". Het vastknijpen is ook veelal de oorzaak van het twisten (torque) van een boog bij een schot.
  • Zorg ervoor dat het drukpunt (dit is het punt op het handvat waar alle druk op je hand komt) in het midden van de boog zit.. wanneer dit drukpunt uit het midden ligt wijkt de pijl bij een schot af. Ligt je drukpunt naar links dan draait je boog naar rechts tijdens het schot. En omgekeerd, ligt het drukpunt teveel naar rechts, dan draait je boog naar links.
  • Hoge greep: de muis van de hand raakt de boog niet... Dit is eigenlijk af te raden, beter is om de boog te laten steunen tegen de muis van je hand, bij op de lijn die van het midden van je pols over je handpalm naar de zachte spier tussen je duim en wijsvinger loopt (=webbing).
  • Je kan nagaan of je boog goed in je hand zit door die een klein beetje aan te trekken.... je boog mag dan niet in je hand draaien terwijl je aanspant. Indien je boog wel draait tijdens het aanspannen, zal dit spanning op je huid geven en van zodra je lost zal die boog terugdraaien waardoor de pijl gaat afwijken.

De FOC waarde van je pijl

  • Een hogere FOC geeft een stabielere vlucht van je pijl, maar dit gaat ten koste van snelheid en dus een minder horizontale baan van je pijl.
  • Een FOC van 9% wordt door Erik Janssen aanbevolen.. Ferguson raadt eerder hogere waarden aan 11%-18%... Dit laatste is vooral voor de jacht met pijl en boog.
  • Iemand met een goede lostechniek zal zeker een lagere FOC kunnen nemen en dus een snellere pijl bekomen, een zwaardere pijl vliegt dan weer stabieler..
  • De FOC van een pijl geeft aan hoe groot de hefboom is die je veren kunnen gebruiken om je pijl recht te trekken en recht te houden. Hoe groter de FOC, hoe verder het kantelpunt/zwaartepunt naar voor op de pijl ligt en hoe groter het deel dat achter het zwaartepunt ligt. Hoe groter dit deel is, hoe groter de hefboom is.
    • Dit is erg belangrijk wanneer je met de hand lost en wanneer je een fixed blade jachtpunt op je pijl hebt voor de jacht. De punt zal wind vangen en de veren moeten voldoende kunnen tegensturen. Hoe hoger de FOC, hoe hoger de hefboom en hoe beter de veren kunnen tegensturen.

Het gewicht van je pijl

  • Dit breng je best zo goed mogelijk op gewicht... Als het kan breng je de variatie tot op nul (!) gram.. practisch zal een marge van +/-0.1 gram eigenlijk wel goed haalbaar zijn.

De veren

  • De grootte van de veren beïnvloedt de vlucht van de pijl.
  • Hoe groter de veren hoe sneller de pijl zich kan rechttrekken, maar hoe meer snelheid je verliest.

Zaken die je niet kan afstellen en die een invloed hebben

  • Type boog: longbow al dan niet voorzien van venster, snelle recurve, etc..
  • Trekkracht
  • Gewicht van de boog

Easton Tuning Guide

  • Op de website van Easton Archery staat een goede tuning guide. Een locale copy (pdf) is beschikbaar.