Je treklengte bepalen: Difference between revisions

From Pijl en Boog
Jump to navigationJump to search
(One intermediate revision by the same user not shown)
Line 2: Line 2:


* Een constante treklengte is nodig om een constante vlucht van je pijlen te krijgen en is dus nodig om een goede groepering te krijgen.
* Een constante treklengte is nodig om een constante vlucht van je pijlen te krijgen en is dus nodig om een goede groepering te krijgen.
* Een manier om je treklengte te bepalen is door een schacht die voorzien is van een markering en een nok op je boog te spannen en aan te trekken.
* Een manier om je treklengte te bepalen is door een schacht die voorzien is van een markering en een nok op je boog te spannen en aan te trekken. Een collega schutter kan dan op de pijl aflezen wat je treklengte is.
* Belangrijk is dat je houding erg goed is, omdat een verschil in houding gemakkelijk 2-3" in treklengte kan verschillen. 3" verschil is al gemakkelijk 10#-13# pond extra uit je boog halen. Probeer niet het maximum uit je boog te halen, kies een houding die goed is (Cfr. Ferguson) en die ook goed aan je lichaam aanvoelt.
* Belangrijk is dat je houding erg goed is, omdat een verschil in houding gemakkelijk 2-3" in treklengte kan verschillen. 3" verschil is al gemakkelijk 10#-13# pond extra uit je boog halen. Probeer niet het maximum uit je boog te halen, kies een houding die goed is (Cfr. Ferguson) en die ook goed aan je lichaam aanvoelt.
* Je kan dit best voor de spiegel oefenen.
* Je kan dit best voor de spiegel oefenen.
Line 10: Line 10:
* Een andere manier om het te controleren, is om de afstand tussen je toppen van je middenvingers wanneer je je armen spreidt te (laten) meten (je vleugelbreedte om zo te zeggen) en dit getal te delen door 2.5. Het maakt niet uit of je nu in inch of cm meet, als je op het einde maar naar de juiste eenheden omzet. Bv. Meten in cm, delen door 2.5 en dan nog eens delen door 2.54 om het naar inch om te zetten.
* Een andere manier om het te controleren, is om de afstand tussen je toppen van je middenvingers wanneer je je armen spreidt te (laten) meten (je vleugelbreedte om zo te zeggen) en dit getal te delen door 2.5. Het maakt niet uit of je nu in inch of cm meet, als je op het einde maar naar de juiste eenheden omzet. Bv. Meten in cm, delen door 2.5 en dan nog eens delen door 2.54 om het naar inch om te zetten.


[[File:Vitruvian2.jpg|center|500px]]
[[File:Vitruvian2.jpg|center|300px]]


* Een andere manier is om een pijl met markering op je borstbeen te plaatsen en met gestrekte armen vast te houden tussen je handen. De afstand tot je vingertoppen is dan je treklengte.
* Een andere manier is om een pijl met markering op je borstbeen te plaatsen en met gestrekte armen vast te houden tussen je handen. De afstand tot je vingertoppen is dan je treklengte.

Revision as of 09:29, 2 March 2011

Je treklengte bepalen

  • Een constante treklengte is nodig om een constante vlucht van je pijlen te krijgen en is dus nodig om een goede groepering te krijgen.
  • Een manier om je treklengte te bepalen is door een schacht die voorzien is van een markering en een nok op je boog te spannen en aan te trekken. Een collega schutter kan dan op de pijl aflezen wat je treklengte is.
  • Belangrijk is dat je houding erg goed is, omdat een verschil in houding gemakkelijk 2-3" in treklengte kan verschillen. 3" verschil is al gemakkelijk 10#-13# pond extra uit je boog halen. Probeer niet het maximum uit je boog te halen, kies een houding die goed is (Cfr. Ferguson) en die ook goed aan je lichaam aanvoelt.
  • Je kan dit best voor de spiegel oefenen.
  • Met je treklengte bepaal je dan de lengte van je pijlen: de afstand tussen de pees en de achterkant van je punt van je pijl moet even lang zijn als je treklengte.
    • Vooral bij houten schachten dien je hier rekening mee te houden omdat door het aanbrengen van de verdunning, je een inch verliest.. dus je zaagt je houten pijlen 1 inch langer dan je treklengte zodat de achterkant van je punt precies op je treklengte komt.
  • Controleer je treklengte door de meetstok tussen beide uitgestrekte handpalmen te nemen en laat de nok op je borst rusten.. die lengte moet min of meer gelijk zijn aan de treklengte die je op de eerste manier bekomen hebt. Is dit niet het geval, dan is er iets fout aan je houding.
  • Een andere manier om het te controleren, is om de afstand tussen je toppen van je middenvingers wanneer je je armen spreidt te (laten) meten (je vleugelbreedte om zo te zeggen) en dit getal te delen door 2.5. Het maakt niet uit of je nu in inch of cm meet, als je op het einde maar naar de juiste eenheden omzet. Bv. Meten in cm, delen door 2.5 en dan nog eens delen door 2.54 om het naar inch om te zetten.
  • Een andere manier is om een pijl met markering op je borstbeen te plaatsen en met gestrekte armen vast te houden tussen je handen. De afstand tot je vingertoppen is dan je treklengte.

Training System using a Juxtaposed Object for Exercising Providing the Key to Excellence: (TSJOEPKE)

Treklengte bepalen door middel van een schacht met markering en een schuifmarkering.
Treklengte bepalen: Wanneer je je boog opgespannen hebt zal de schuifmarkering mee opschuiven tot op het maximum. Dit is je treklengte (in inch).
  • Wanneer je geen sparring partner hebt die naar je treklengte kan kijken, kan je het ook goed alleen doen door middel van een losse markering die over de schacht schuift wanneer je de pijl aantrekt.
  • Door je houding (voor een spiegel) te optimaliseren kan je ineens met deze meetstaf+schuifstuk trainen om je treklengte zo reproduceerbaar mogelijk te maken. De spiegel is ook ineens erg nuttig om te kijken of de nok wel mooi onder je pupil uit komt.
  • Ideaal is het wanneer je tussen 2 spiegels (die in een hoek van 90° of 135° ten opzicht van elkaar staan) kan oefenen zodat je jezelf zowel vooraan als zijdelings kan beoordelen. Het "Tjsoepke" duidt het verste punt aan, dus wanneer je eerst verder uittrekt en wanneer nadien je houding verslapt, merk je dit niet aan de uitlezig. In de spiegel kan je dan perfect volgen of het tjsoepke nog aangesloten is tegen de boog.
  • Zoek een houding en ankerpunt die goed is en waarbij je in staat bent om heel reproduceerbaar je treklengte keer na keer te (her-)halen.